Leidse wetenschappers hebben een effect van de coronalockdown waargenomen op de ontwikkeling van de hersengebieden die betrokken zijn bij sociaal gedrag. Dat meldt de universiteit, na onderzoek bij kinderen van 9 tot 13 jaar.
"Deze leeftijdsfase is heel belangrijk voor de sociale ontwikkeling van het brein. Bij jongere kinderen staat de familie centraal, maar op deze leeftijd breidt de sociale wereld zich uit en worden vrienden belangrijker. De lockdown bracht sociale isolatie en stress. Je zou verwachten dat zoiets sporen nalaat. De resultaten van ons onderzoek wijzen uit dat er inderdaad een impact is van de lockdown op de manier waarop het brein van jongeren zich ontwikkelt", zegt neurobioloog Yara Toenders, een van de betrokken wetenschappers, op de site van de universiteit.
De onderzoekers zagen dat gebieden in de hersenen die een grote rol spelen bij het sociale gedrag tijdens de lockdown een versnelde ontwikkeling doormaakten. "Na de kinderjaren neemt de dikte van de cortex af, dat hoort bij de normale ontwikkeling van het brein. Bij onze proefpersonen zagen we dat de dikte versneld afnam. Ook in de hippocampus, die onder andere gevoelig is voor stress, was een versnelde ontwikkeling zichtbaar."
Verder onderzoek is nodig. "We weten nu alleen dat er een effect is op de hersenen, maar niet wat dat effect betekent voor het gedrag van de jongeren. Het kan zijn dat het brein probeert sneller ouder te worden, zodat het de veranderde omgeving kan bijhouden. Maar de versnelling kan ook komen door de stress en door de sociale beperkingen."
Op basis van de onderzoeksresultaten sluiten de wetenschappers niet uit dat het brein zich mogelijk weer kan herstellen van "zo’n periode vol beperkingen. Naarmate de pandemie langer duurde, was er een terugkeer naar de normale situatie zichtbaar".
De wetenschappers gaan nog kijken welke aspecten nou precies effect hadden: de afwezigheid van vrienden, de stress of positieve veranderingen in de omgeving, zoals meer rust. "Met die kennis weten we beter hoe we moeten handelen als zich in de toekomst iets dergelijks voordoet", zo is de gedachte.