'Onduidelijkheid voor burgers dreigt in tijdelijke coronawet'

15 jun 2020, 16:50 Landelijk
onduidelijkheid voor burgers dreigt in tijdelijke coronawet
ANP
De Raad voor de Rechtspraak vindt dat veel normen in de nieuwe tijdelijke coronawet ruim zijn geformuleerd. Daardoor dreigt het gevaar dat burgers niet weten aan welke regels zij zich moeten houden. In een wetgevingsadvies heeft de raad het kabinet gevraagd om meer duidelijkheid over de gevolgen van het wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 voor burgers en hun grondrechten. Met het wetsvoorstel wil het kabinet voor de langere termijn afspraken maken over de te nemen maatregelen om corona te bestrijden.
De raad zegt er begrip voor te hebben dat het wetsvoorstel onder grote druk tot stand is gekomen en snapt ook dat een wet noodzakelijk is. Maar grondrechten - zoals recht op privacy, vrijheid van vereniging, vergadering en betoging en godsdienstvrijheid - mogen niet op de tocht komen te staan en vragen om zorgvuldigheid. In de toelichting bij het wetsvoorstel mist de raad een uitgebreide toets aan de Grondwet en internationale (mensenrechten)verdragen.
Heldere regels zijn niet alleen voor burgers gewenst, maar ook voor handhavers en rechters, vindt de raad. Anders ontstaat het risico op ongelijke toepassing en daarmee rechtsongelijkheid. De raad dringt ook aan op meer duidelijkheid voor kwetsbare groepen, zoals slechtzienden en licht verstandelijk gehandicapten, omdat zij meer moeite kunnen hebben met het naleven van de wet. Ook de positie van jongeren verdient meer aandacht.
De raad wil dat er een uitzondering wordt gemaakt voor rechtszalen, als het gaat om het maximaal aantal personen dat in groepsverband bij elkaar mag komen. Gerechtsgebouwen zijn wekenlang gesloten geweest. Momenteel zijn er tal van beperkingen van kracht.
Onlangs waarschuwde de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen voor de vérstrekkende gevolgen van de wet voor burgers. Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters beklagen zich over een gebrek aan duidelijkheid, onder meer over de afstemming van bevoegdheden.
De Tweede Kamer dringt al weken aan op de tijdelijke coronawet, die op 1 juli zou moeten ingaan.