Het ontslag van de directeur-bestuurder en een bestuurslid van het Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum blijft in stand. Dat is de uitkomst van het hoger beroep dat de twee hadden aangespannen naar aanleiding van een uitspraak in een kort geding bij de rechtbank in Amsterdam over wie het voor het zeggen had op de islamitische middelbare school.
Voormalig directeur-bestuurder Soner Atasoy en het bestuurslid vochten de aanvankelijke schorsing en vervolgens het ontslag aan door onderwijskoepel Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO), waar de islamitische middelbare school onder valt. Ze meenden dat het besluit van bestuursvoorzitter Mohamed Laamimach om hen buitenspel te zetten niet rechtsgeldig was.
Het hof is het echter met de rechtbank eens dat de voorzitter van SIO op geldige wijze heeft gehandeld. Laamimach zei eerder dat hij tot zijn besluiten was genoodzaakt, omdat hij vanuit de school veel signalen had gekregen over onder meer autoritair gedrag van de directeur, die tevens uitvoerend bestuurder was, en angstgevoelens door diens bewind. Het ontslag van de secretaris volgde na een vertrouwensbreuk.
In een eerder arbeidsrechtelijk proces oordeelde de kantonrechter in een bodemprocedure ook al dat het ontslag van Atasoy terecht was. In dit hoger beroep ging het om de verhouding tussen de directeur en het bestuurslid enerzijds en SIO anderzijds.
Het islamitische lyceum heeft een turbulente tijd achter de rug. De onrust begon nadat de inlichtingendienst AIVD de school ervan had beticht banden te hebben met extremistische figuren. Atasoy weigerde naar aanleiding van deze berichten op te stappen en raakte verwikkeld in (juridisch) gedoe met onderwijsminister Arie Slob, de onderwijsinspectie, medebestuursleden en het stadsbestuur.