Het gebruik van duurzame materialen kan een groot verschil maken in de klimaatcrisis. Dat tonen ontwerpers en bedrijven vanuit de hele wereld in tachtig projecten in de nieuwe expositie 'It's Our F***ing Backyard. Designing Material Futures' die donderdag opent in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Het gaat daarbij zowel om heel experimentele ontwerpen die nog toekomstmuziek zijn, maar ook om voorwerpen die nu al in de winkels liggen.
Conservatoren Amanda Pinatih en Ingeborg de Roode wilden al langer iets doen met "een van de grootste problemen ter wereld". "Je merkt dat we nu in het tijdperk leven waarin de vernietigende invloed van de mens heel erg voelbaar is. Niet alleen ver van je bed, maar ook hier afgelopen zomer met de overstromingen in Limburg. Het komt steeds dichterbij." Hoewel er eerder exposities zijn geweest over dit thema, ging het volgens Pinatih nooit zo expliciet over materiaalgebruik.
En juist daarmee kun je veel impact maken, meent De Roode. "De CO2-uitstoot komt natuurlijk ook vaak door productie van voorwerpen en bijvoorbeeld transporten. Daar kunnen ontwerpers hele slimme oplossingen voor bedenken." Ze zijn zich hier volgens haar ook terdege van bewust. "Iedereen is daarmee bezig."
De tentoonstelling laat zien hoe door hergebruik of minder schadelijke stoffen nieuwe producten kunnen worden gemaakt. Zo heeft Claudy Jongstra middeleeuwse natuurlijke verfrecepten gebruikt voor Viktor & Rolf en experimenteren Maartje Dros en Erik Klarenbeek met microalgen waarvan ze glas maken. Ontwerpersduo Drift ontleedde een Volkswagen Kever uit 1980 en toont in blokjes van welke hoeveelheid materiaal het precies is gemaakt. Ook is er een stoel te zien van de Balinese designstudio Space Available en dj Peggy Gou, gemaakt van 20 kilo plastic afval uit Indonesië.
Verder is in het museum onder meer een tapijt te zien dat bestaat uit dennennaalden, een lampje van sinaasappelschillen, een scooter van hennep, een stoel van paardenmest, sieraden en zonnebrillen van plastic uit de oceaan en een tafel en servies van koeienbloed.
In de expositie, die tot en met 4 september is te zien, komen allerlei disciplines op het gebied van design voorbij; van architectuur tot mode, productvormgeving, maar ook vervoersmiddelen. "Juist om te laten zien dat het nu heel breed speelt", aldus De Roode. "Bezoekers kunnen zien dat er allerlei nieuwe dingen worden bedacht, maar dat je ook zelf als consument nu al keuzes kunt maken."