Na Rotterdam heeft ook de provincie Zuid-Holland ingestemd met de verkoop van het Warmtebedrijf Rotterdam aan energieleverancier Vattenfall. Daarmee zijn beide bestuursorganen verlost van een verliesgevend project dat de afgelopen jaren voor de nodige bestuurlijke hoofdbrekens heeft gezorgd.
De Rotterdamse gemeenteraad stemde eerder deze maand al in met de voorgenomen verkoop. Het Warmtebedrijf Rotterdam, waarvan Rotterdam en Zuid-Holland aandeelhouders waren, zorgt er sinds 2006 voor dat restwarmte afkomstig van de Rotterdamse industrie naar de stad wordt vervoerd, om op een duurzame manier woningen te verwarmen.
Vanaf het begin leidde het Warmtebedrijf een kwakkelend bestaan, omdat er minder huizen gebruik maken van deze stadsverwarming dan de 18.000 waar van tevoren op werd gerekend. Om het bedrijf van een dreigende ondergang te redden zou een nog aan te leggen pijpleiding tussen Rotterdam en Den Haag een afsplitsing naar Leiden krijgen. Rotterdam vond echter dat daar onverantwoorde financiële en juridische risico’s aan waren verbonden en besloot in oktober vorig jaar de financiering te stoppen.
Half mei maakte Vattenfall bekend dat het voornemens is het Warmtebedrijf over te nemen. Voor de klanten in Rotterdam en Hoogvliet verandert er niets, ze blijven klant bij hun huidige warmteleverancier, zo liet Vattenfall weten. Het bedrijf wil met de overname de warmtevoorziening aan aangesloten wijknetten waarborgen.