Zijn vierde kabinet is dan gevallen, demissionair premier Mark Rutte presenteert op zijn in principe laatste Prinsjesdag als minister-president niet een begroting die slechts "een routineklus" is. Zijn kabinet heeft gedaan wat nodig is, zei Rutte eerder deze maand in zijn persconferentie. Toch zal het een bescheiden begroting zijn, met vooral ingrepen om ervoor te zorgen dat "de mensen met de lagere inkomens niet onder nul zakken".
Het is de vierde keer dat Rutte als demissionair premier een Prinsjesdag meemaakt. In 2012, na de val van zijn eerste kabinet, waren er vlak voor Prinsjesdag verkiezingen geweest. Koningin Beatrix zei in haar laatste troonrede dat het demissionaire kabinet "terughoudendheid" paste. Datzelfde sentiment herhaalde haar opvolger koning Willem-Alexander namens de regering in 2017: door de lange formatie was er nog geen nieuw kabinet op de derde dinsdag in september.
Een nog moeizamere formatie volgde in 2021. De begroting die het demissionaire kabinet-Rutte III voor 2022 presenteerde stond volgens de troonrede dan ook in het teken van de "uitvoering van lopend beleid".
Het vierde kabinet-Rutte zat vol ambities. Grootse plannen moesten vooral met heel veel geld tot uitvoering worden gebracht, maar veel voorstellen kwamen niet verder dan de tekentafel: in juli dit jaar viel het kabinet na anderhalf jaar. Het demissionaire kabinet krijgt relatief veel ruimte van de Tweede Kamer om door te gaan met voorstellen, maar zal toch terughoudend zijn met nieuwe plannen. De begroting bevat volgens Rutte een "goed pakket" dat moet voorkomen dat meer mensen in armoede terecht dreigen te komen.
Plannen voor de langere termijn worden volgens Rutte in verkiezingsprogramma's gesmeed en na de verkiezingen op 22 november aan de formatietafel bedacht. Duidelijk is ook dat partijen al in campagnemodus staan: waar Kamerfracties zich normaal gesproken de twee dagen ná Prinsjesdag uitspreken over de begrotingsplannen, is dit jaar al van tevoren duidelijk dat partijen hun stempel op de begroting willen drukken.