De voorwaarden waar culturele instellingen aan moeten voldoen om subsidie te krijgen, blijven ook volgend jaar nog versoepeld. Dat is nodig om te voorkomen dat veel instellingen de coronacrisis niet overleven, denkt cultuurminister Ingrid van Engelshoven.
Het kabinet maakte eerder bekend 300 miljoen euro uit te trekken om de kunst- en cultuursector door de crisis en alle beperkende maatregelen te helpen. Ongeveer de helft daarvan gaat naar de grote instellingen die het Rijk rechtstreeks subsidieert, zoals het Concertgebouworkest, schrijft Van Engelshoven nu aan de Tweede Kamer.
50 miljoen euro is beschikbaar voor rijksmonumentale publiekstrekkers zoals kastelen. Provincies en gemeenten krijgen een bijna even groot bedrag om regionale musea, muziekpodia en filmhuizen overeind te houden.
Culturele ondernemers die niet of nauwelijks subsidie ontvangen en ook misgrepen bij de andere steunregelingen van de overheid, kunnen een beroep doen op de zogeheten Cultuur Opstart Lening. Daarvoor trekt Van Engelshoven 30 miljoen uit.
De resterende 16,8 miljoen is bedoeld om makers te helpen. De Rijkscultuurfondsen krijgen meer geld om hen aan het werk te zetten. 5 miljoen gaat naar een auteursrechtfonds om kunstenaars, vaak zzp'ers, te helpen hun werk te gelde te maken.
Instellingen, ondernemers en makers uit de culturele sector kunnen daarnaast ook een beroep doen op de algemene steunregelingen van het kabinet. Sommige provincies en gemeenten springen ook bij. Maar dat is nog niet genoeg, klinkt het steeds luider.
Van Engelshoven gaf dat eerder ook al toe. Deze 300 miljoen is bedoeld om de eerste maanden te doorstaan, benadrukte de minister. Verdere steun zou niet uitgesloten zijn.
Het Rijk moet de kunst en cultuur er ook volgend jaar niet op afrekenen als die bijvoorbeeld te weinig bezoekers trekken om aan de subsidievoorwaarden te voldoen, vindt de minister. Ook nu instellingen weer open mogen, kunnen ze immers nog niet als vanouds hun zalen vullen. Ze neemt het advies van de Raad voor Cultuur over om ook in 2021 nog coulant te zijn met de subsidie-eisen.