De opbrengst van de vliegbelasting die het kabinet in 2021 wil invoeren, vloeit rechtstreeks in de schatkist. Dat heeft staatssecretaris Menno Snel (Financiën) gezegd na afloop van de wekelijkse ministerraad. Volgens het regeerakkoord is geld dat binnenkomt door dergelijke 'groene' belastingen bestemd voor lastenverlichting voor burgers en bedrijven.
Premier Mark Rutte hield op zijn wekelijkse persconferentie evenwel de mogelijkheid open dat de opbrengst van zo'n 200 miljoen euro opgaat aan ,,uitgaven op het gebied van milieu''. Dat hoeft niet per se verduurzaming in de luchtvaartsector zelf ten goede te komen, aldus de minister-president. Hij wilde nog niet op concrete maatregelen vooruitlopen, ook omdat de belasting pas over twee jaar wordt ingevoerd.
Snel benadrukte dat de vliegtaks in de eerste plaats bedoeld is om een prijskaartje te hangen aan milieuvervuiling door de luchtvaartsector. Vliegen is nu nog de enige vorm van vervoer waarop helemaal geen belasting wordt geheven, aldus de bewindsman. ,,Wij willen dat milieuvervuiling echt betaald wordt, dus ook in de luchtvaart.''
De precieze tarieven staan volgens Snel nog niet helemaal vast maar zullen rond de 7 euro per ticket komen te liggen. Dat geldt voor zowel korte als lange vluchten. De belasting wordt geheven bij de luchtvaartmaatschappijen. Die mogen zelf kiezen of ze die doorberekenen aan hun klanten. De vliegtaks geldt niet voor passagiers die alleen overstappen op een Nederlandse luchthaven.
Snel zei ook dat de vliegtaks op termijn omhoog kan gaan, als blijkt dat die weinig effect heeft op de keuze van consumenten tussen het vliegtuig en schonere alternatieven zoals de trein. Maar daar heeft het kabinet volgens Rutte geen afspraken over gemaakt. Hij sprak van een ,,particuliere opvatting'' van de staatssecretaris. ,,Dat mag.''