Het afgelopen jaar zijn er in Nederland 62 aardbevingen geweest. Daarvan waren er vijftig het gevolg van de aardgaswinning, de overige twaalf hadden te maken met tektoniek, ofwel het schuiven van aardplaten. Het aantal ligt iets lager dan in 2022. Toen waren er 65 bevingen, waarvan er 58 samenhingen met de gaswinning. Dat heeft de seismologische afdeling van het KNMI gemeld in haar jaaroverzicht.
De 'geïnduceerde' bevingen, die te maken hadden met de gaswinning, deden zich voor in Groningen en Drenthe. De zwaarste daarvan was in Ekehaar (Drenthe) op 29 oktober. Die had een kracht van 2.2. De meeste van deze aardschokken werden veroorzaakt door het oppompen van gas uit het Groningenveld, het grootste aardgasveld van Europa.
De natuurlijke aardbevingen waren in Limburg en Noord-Brabant. Daarvan werd de zwaarste, met een magnitude van 2.4, op 23 april gemeten in Bunde bij Maastricht. Deze bevingen komen voor rond de zogeheten Peelrandbreuk, een geologische breuklijn tussen Roermond en Oss.
Door het dichtdraaien van de gaskraan is het aantal aardbevingen met name in het noorden al een tijdje aan het dalen. In 2021 waren er nog 95 bevingen, waarvan 75 door gaswinning.