De oppositie in de Tweede Kamer verwijt staatssecretaris Gunay Uslu slap optreden bij de wijziging van de Mediawet. De bewindsvrouw wil streamingdiensten als Netflix verplichten een deel van hun omzet te investeren in Nederlandse producties. Maar volgens oppositiepartijen SP, GroenLinks, PvdA en PVV is er door de coalitiepartijen zoveel achter de rug van Uslu om aan het voorstel gesleuteld, dat het nog amper uit haar koker komt.
De oppositie struikelde vooral over de tegenstrijdige besluiten van de staatssecretaris. Zo ging ze akkoord met het voorstel om 80 procent van het vrijgemaakte geld aan onafhankelijke producenten te geven, maar stemde ze ook in met 60 procent. Peter Kwint (SP) vroeg zich tijdens het debat hardop af wat het kabinet gaat doen als allebei de amendementen worden aangenomen. "Gaan we dan dobbelen welk percentage het wordt?"
Mohammed Mohandis (PvdA) wees erop dat dit het eerste wetsvoorstel is van de staatssecretaris en dat dat "weinig goeds belooft". Zo sprak hij tijdens het debat zijn zorgen uit over of Uslu wel bekwaam genoeg is voor de andere dossiers die op haar bordje liggen, zoals de eventuele intrekking van de erkenning van Ongehoord Nederland.
Pim van Strien van regeringspartij VVD gaf toe dat het proces "hobbelig kon ogen, maar dat de uitkomst er zeker mag zijn". Ook Jorien Wuite, net als Uslu van D66, gaf aan dat het proces "geen schoonheidsprijs verdient". Wel sprak het Tweede Kamerlid uit dat ze "tevreden genoeg" is over het wetsvoorstel dat er nu ligt.
De grootste pijnpunten in het wetsvoorstel zelf zitten voor de oppositie in het percentage dat naar onafhankelijke makers gaat en aan welke genres het geld mag worden besteed. In het wetsvoorstel gaat het nu om films, documentaires en series, maar het lijkt aannemelijk dat het voorstel van Lucille Werner (CDA) om de helft van het geld vrij te besteden wordt overgenomen. Dit betekent dat er bijvoorbeeld ook reality-tv van gemaakt mag worden.
Uslu heeft nog niet de kans gekregen om te reageren op de kritiek van de oppositie. Nadat de Kamer aan het woord was geweest, was de tijd die was ingepland voor het debat namelijk al verstreken, vanwege uitloop van eerdere debatten. Daarom zal het volgende week worden vervolgd.