Een groot deel van de oppositie in de Tweede Kamer is tegen de sluiting van twee van de vier kinderhartcentra. PvdA, GroenLinks, SP, SGP, Partij voor de Dieren, de BoerBurgerBeweging en Fractie Den Haan willen er drie openhouden, PVV en Forum voor Democratie zelfs vier. Coalitiepartijen VVD, CDA en D66 kunnen wel instemmen met het voorgenomen besluit van zorgminister Ernst Kuipers om de centra in Groningen en Rotterdam open te houden en die van Leiden en Utrecht te sluiten.
De ChristenUnie worstelt nog met een definitief standpunt, zo bleek tijdens het Kamerdebat over de plannen van Kuipers om alleen de centra voor gespecialiseerde kinderhartchirurgie in Rotterdam en Groningen open te houden. Nico Drost vindt vier centra weliswaar te veel, maar lijkt te twijfelen of het halveren van het aantal centra wel een goede keuze is, of dat het beter is om drie centra open te houden.
Het CU-Kamerlid wil van Kuipers meer weten over de gevolgen van een sluiting van het centrum voor kinderhartchirurgie in Utrecht, omdat die ook grote gevolgen kan hebben voor de kinderoncologie in Utrecht. Drost en ook andere Kamerleden willen daarnaast van de minister weten wat er gebeurt met de, ook in Europa, bijzondere expertise van het kinderhartcentrum in Leiden, waar specialisten al voor de geboorte bij kinderen hartoperaties kunnen uitvoeren.
De PVV wil weliswaar vier centra voor kinderhartchirurgie behouden, maar de huidige centra moeten dan wel worden omgezet naar non-profitorganisaties, stelde Fleur Agema voor. De huidige vier "concurrerende bedrijven vechten elkaar de tent uit" en daar moet wat haar betreft een einde aan komen. De vier non-profitcentra moeten op basis van een zogeheten beschikbaarheidsbijdrage geld krijgen om hoogcomplexe hartoperaties bij kinderen te kunnen uitvoeren, wil Agema.