Mercedes Zandwijken, de oprichter van de stichting Keti Koti Tafel, vindt dat beide partijen het eerst eens moeten worden over de aanleiding en de invulling van de excuses voor de slavernij, voordat het kabinet deze kan aanbieden. "Dat is een belangrijk onderdeel van het maken van excuses. Ze moeten zo aangeboden worden dat ze de relatie weer herstellen met de nazaten die het betreft", zo zegt Zandwijken donderdagochtend in het NOS Radio 1 Journaal.
De stichting Keti Koti Tafel organiseert nu twaalf jaar gesprekken over de gevolgen van het Nederlandse slavernijverleden met "witte en zwarte Nederlanders en alle kleuren daartussenin". Zandwijken is donderdag een van de genodigden voor een overleg over de excuses voor het slavernijverleden in het Catshuis in Den Haag. Volgens Zandwijken is de aanloop naar dat gesprek erg intransparant geweest. "Ik ben nooit uitgenodigd tot vandaag."
Er is donderdag veel te bespreken: zo is er ruis ontstaan over de uitgelekte plannen van de regering om op 19 december excuses aan te bieden voor de slavernij, waaraan Nederland zich ruim twee eeuwen schuldig heeft gemaakt. Sommigen vinden de excuses overhaast en ook is er verschil van mening over een passende datum hiervoor.
"Ons fundamentele bezwaar is dat de regering nu denkt dat je excuses kan aanbieden als ware het een cadeau. Maar de ontvanger van de excuses kan zich niet zomaar laten verrassen door wat de excuusaanbieder denkt dat passend is als excuus. Het is een dialogisch proces", zo zegt ze op Radio 1. Als er verkeerde excuses worden gemaakt, "dan kan je de persoon eerder beledigen dan dat je echt excuses maakt", aldus Zandwijken.
Volgens de oprichter van de stichting Keti Koti Tafel zou 19 december een begin moeten zijn van het gesprek over de slavernijgeschiedenis, maar ook over de erfenis daarvan, zoals institutioneel en alledaags racisme. "Over de omgang daarmee en de maatregelen die moeten worden getroffen."