Het aantal beschikbare plekken voor Oekraïense vluchtelingen is opnieuw licht gestegen. Er zijn nu 42.374 bedden beschikbaar, blijkt uit de nieuwste cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Er kwamen uitzonderlijk weinig vluchtelingen bij in de gemeentelijke opvang: slechts 531.
Momenteel verblijven er 31.782 Oekraïners in een opvanglocatie in een van de Nederlandse gemeenten. Dat betekent dat er ruim 10.000 plekken beschikbaar zijn. Er zijn 45.460 Oekraïners ingeschreven bij de gemeente. Bijna een op de drie heeft dus zelf onderdak gevonden, of verbleef al in Nederland voor de Russische invasie in het land.
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) heeft de gemeenten gevraagd 50.000 opvangplekken voor Oekraïners te realiseren. Naarmate dat doel dichterbij komt, wordt het steeds moeilijker om nieuwe plekken te vinden, zei hij.
Nu het doel langzaam maar zeker in zicht komt, wil Van der Burg dat de gemeenten nog eens 25.000 plekken vinden. Hoe ze dat kunnen organiseren, weet hij nog niet. Daar wordt later maandag over gesproken in het Veiligheidsberaad.
Het aantal vluchtelingen in de opvang nam maar zeer beperkt toe. Of dat komt doordat de instroom in Nederland veel lager was of doordat meer mensen elders onderdak vinden, is op basis van deze gegevens niet te zeggen. Cijfers over de in- en uitstroom worden niet centraal bijgehouden.
Duidelijk is wel dat de opvangcapaciteit vooralsnog ruim voldoende is. Al zo lang de data worden bijgehouden zijn er vrijwel altijd meer dan 10.000 plekken vrij geweest. De enige uitzondering waren twee peildata begin van deze maand, toen er rond de 9000 bedden beschikbaar waren.
Die grote overcapaciteit lijkt eraan bij te dragen dat het aantal plekken dat de gemeenten beschikbaar stellen lager is dan het kabinet graag zou zien. De bezettingsgraad in de gemeentelijke opvanglocaties is met precies 75 procent een half procentpunt lager dan op het vorige meetmoment, afgelopen donderdag.