Opvoedondersteuning voor moeders die in de gevangenis zaten, blijkt een positief effect te hebben op de vrouwen zelf en hun opgroeiende kinderen. Tot tien jaar na de interventie blijkt dat deze ex-gedetineerde moeders minder vaak weer in de fout zijn gegaan dan vrouwen die niet aan het programma meededen, schrijft minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) in een brief aan de Tweede Kamer. Ook hun kinderen vertonen minder crimineel en probleemgedrag.
In de groep die meedeed aan Betere Start zaten 145 moeders met 210 kinderen. De groep zonder ondersteuning telde 79 moeders met 118 kinderen. De kinderen varieerden in leeftijd van 2 tot 10 jaar en werden gevolgd tot in hun puberteit of jongvolwassenheid. Van de interventiemoeders beging 40 procent weer een strafbaar feit en van de groep zonder ondersteuning was dat 55 procent. Het aantal misdrijven was bijna de helft minder dan in de vergelijkingsgroep.
Volgens Weerwind laat dit langlopende onderzoek, dat nog eerder nooit in Nederland is uitgevoerd, zien dat interventie nuttig is. Het gaat niet alleen om een afname van misdrijven maar ook om de gunstige maatschappelijke impact en kostenbesparing. Betere Start laat zien dat dit de vicieuze cirkel kan doorbreken van het overdragen van crimineel gedrag op een volgende generatie. Op dit moment wordt het programma aangeboden via drie gevangenissen voor vrouwen in Nieuwersluis, Ter Peel en Zwolle). Er is een groepsgedeelte met veertien wekelijkse bijeenkomsten waar vaardigheden worden opgedaan, en later nog een individuele training in de gezinssituatie, om de overgang naar thuis goed laten verlopen en nazorg te organiseren.
Omdat vrouwen maar 5 procent van de gevangenisbewoners uitmaken, zal het effect nog groter zijn als dit soort ondersteuning plaatsheeft bij (ex-)gedetineerde vaders. De minister gaat verkennen of dit haalbaar en effectief kan zijn. Op dat terrein lopen al een paar initiatieven op vadervleugels in de gevangenis in Leeuwarden en Veenhuizen.