Voormalig CDA-gedeputeerde Ger Koopmans van de Provincie Limburg heeft zich weliswaar niet schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling, maar wel die schijn gewekt. Dat blijkt uit een woensdag in het gouvernement in Maastricht gepresenteerd verslag van een provinciale enquêtecommissie. De commissie onderzocht een commissariaat dat Koopmans jarenlang had bij een Venlo's baggerbedrijf, terwijl hij op dat moment ook gedeputeerde was.
Het draait om de vraag wat de rol van Koopmans was bij projecten van J&T Tussenholding in Venlo rond het hoogwaterproject Meer Maas Meer Venlo. Hoewel Koopmans in 2014 gedeputeerde werd, bleef hij commissaris bij dit bedrijf. In oktober 2017 besloot hij daarmee te stoppen. De commissie bekeek of Koopmans zich bemoeid heeft met de besluitvorming rond ontgrondingen, waarbij het bedrijf was betrokken. Ook werd onderzocht of de provincie al die tijd de andere kant op heeft gekeken.
Dat laatste was jarenlang inderdaad het geval, maar van actieve bemoeienis van Koopmans met de ontgrondingen was geen sprake, aldus de commissie. Met name voormalig gouverneur Theo Bovens (CDA) krijgt een uitbrander. Hij heeft als hoeder van de integriteit te weinig aandacht besteed aan de risico's van een nevenfunctie van de gedeputeerde.
Hoewel Bovens altijd volhield dat gedeputeerden elkaar aanspraken op hun nevenfuncties, is daarvan niets gebleken. Sterker nog, zeker één gedeputeerde wist niet eens dat de altijd dominante Koopmans betrokken was bij een baggerbedrijf. En meerdere gedeputeerden wisten niet of er rond de nevenfunctie iets was afgesproken. Ook Koopmans zelf liet weten in de periode 2014 tot 2017 nooit door collega-gedeputeerde te zijn aangesproken over de risico's van zijn commissariaat bij de baggeraar.
De Limburgse Staten schoten in 2014 tekort door de nevenfunctie van Koopmans goed te vinden. Daardoor kunnen volgens de commissie bij de baggeraar verwachtingen zijn ontstaan over beïnvloeding van de politieke besluitvorming.
Na publicaties in NRC eind 2020 sloeg de vlam in de pan. Het vertrouwen van de Staten in Koopmans en Bovens nam zienderogen af door "de gebrekkige antwoorden" van de gouverneur in deze affaire, mede omdat op dat moment meerdere integriteitsaffaires tegelijk speelden. Alles bij elkaar opgeteld leidde dit tot de val van het voltallige college van GS, inclusief de gouverneur.
Koopmans reageert tevreden op het onderzoek. "Goed werk van de commissie", laat hij weten. "Geen belangenverstrengeling, er zijn dus weer fundamenten weg geslagen onder allerlei verhalen." Wel erkende hij, dat "als we met zijn allen politiek wat sensitiever waren geweest, dit niet aan de orde was geweest."