Een oud-gynaecoloog van het voormalige Carolus Ziekenhuis in Den Bosch gebruikte zijn eigen sperma bij kunstmatige inseminatie, zo meldt het huidige Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Dat gebeurde zonder de wensouders hierover te informeren.
De zaak kwam aan het licht nadat in 2021 een donorkind zich in het ziekenhuis in Den Bosch ha gemeld met het vermoeden een kind te zijn van oud-gynaecoloog Henk Nagel. De arts werkte mee aan DNA-onderzoek en daaruit blijkt dat hij de biologische vader is. Het JBZ stelt dat voor het donorkind en de moeder "de impact van deze onderzoeksuitkomst begrijpelijkerwijs groot" is. "Want de relatie met je ouders of je kinderen is een van de meest belangrijke en waardevolle in het leven."
Nagel zegt zelf enkele keren zijn sperma gebruikt te hebben. Volgens het JBZ was hij de enige arts die zich tussen 1977 en 1985 in het Carolus Ziekenhuis bezighield met kunstmatige inseminatie. Het JBZ noemt de werkwijze "onbegrijpelijk" en stelt vervolgonderzoek in om "de onderste steen boven te halen" over de gang van zaken en de omvang, aldus Piet-Hein Buiting, voorzitter van de raad van bestuur.
In januari riep het Isala-ziekenhuis in Zwolle oud-patiënten van gynaecoloog Jan Wildschut van het vroegere Sophia Ziekenhuis nog op zich te melden. Hij verwekte minstens 47 kinderen met zijn eigen sperma. Vorige week werd bekend dat voormalige gynaecoloog Jos Beek van het Elisabeth-ziekenhuis in Leiderdorp van in ieder geval 21 kinderen uit de jaren 70 en 80 de biologische vader zou zijn.
Enkele jaren eerder kwamen de activiteiten van collega Jan Karbaat aan het licht. Wijlen Karbaat had zijn eigen IVF-kliniek, maar ook via andere klinieken zou zijn zaad zijn weg hebben gevonden. Een en ander resulteerde volgens de Stichting Donorkind in circa tachtig kinderen.
Tot 2004 mochten spermadonoren anoniem blijven en waren er amper wetgeving en controle op dit gebied. Er is vaak weinig administratie van de behandelingen. Toch werden uitbundige activiteiten als hierboven toen al wel verwerpelijk gevonden, aldus de Stichting Donorkind verwijzend naar het op non-actief stellen van een arts van het Leyenburg in Den Haag medio jaren tachtig. De feiten konden echter niet worden bewezen.
De stichting verwacht binnenkort dat nog enkele gevallen naar buiten zullen komen van artsen die hun boekje te buiten gingen.
De gezondheidsinspectie heeft volgens eigen zeggen "geen grond om onderzoek te doen naar iets dat zo lang geleden is gebeurd en waar toen geen regelgeving voor was". De maatschappelijke opvattingen veranderden en daarom zijn er nu wél regels, aldus de organisatie op de eigen site. Ze noemt het wel relevant om te weten hoe een ziekenhuis omgaat met de uitkomsten van een onderzoek in dergelijke vruchtbaarheidskwesties.