Oud-premier Curaçao wederom voor de rechter

Gerrit Schotte, minister-president van Curaçao van 2010 tot 2012, staat woensdag tot en met vrijdag voor de rechter samen met zijn levenspartner, Cicely van der Dijs. Het Openbaar Ministerie wil 1,8 miljoen Antilliaanse gulden (bijna 1 miljoen euro) terugvorderen van hem en ook 205.000 Antilliaanse gulden (bijna 100.000 euro) van Van der Dijs.

Volgens het OM heeft het stel het geld tijdens zijn regeringsperiode onrechtmatig verkregen. Schotte, die sinds 2012 in het parlement zit, benadrukte nog deze week dat hij geen geld heeft aangenomen om zich te verrijken. Hij en Cicely hebben volgens hem juist heel veel geld aan de gemeenschap gegeven. Onder meer door computers beschikbaar te stellen voor schoolleerlingen.

Schotte werd vorig jaar in hoger beroep veroordeeld voor het aannemen van 223.000 dollar (ruim 190.000 euro) aan steekpenningen, valsheid in geschrift en witwassen van geld. Hij kreeg 3 jaar opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Als bijkomende straf werd Schotte voor een periode van vijf jaar ontzet uit het recht om te worden verkozen bij verkiezingen. Van der Dijs kreeg 15 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Schotte en Van der Dijs zijn hierop naar de Hoge Raad in Nederland gestapt. Die zaak moet nog worden behandeld. Het stel wordt, evenals in eerdere zaken, vertegenwoordigd door de Nederlandse advocaat Geert-Jan Knoops en de Curaçaose advocaat Marije Vaders.