Voormalig Limburgs PvdA-gedeputeerde Eric Geurts heeft niets fout gedaan toen hij een Brunssums bedrijf een laatste kans gaf om onder een dwangsom uit te komen. De provincie wilde van het bedrijf 360.000 euro, maar Geurts gaf het bedrijf nog een mogelijkheid de brandveiligheid op orde te brengen. Dat lukte, waardoor de dwangsom niet doorging.
Voormalig waarnemend gouverneur Johan Remkes startte vorig jaar een onderzoek naar de vraag of het handelen van Geurts wel integer was. De gedeputeerde is volgens de onderzoekers echter niet de fout in gegaan. Hij handelde niet op eigen houtje, maar met instemming van het hele college van Gedeputeerde Staten.
Geurts zocht naar eigen zeggen naar een oplossing zonder dwangsom. Het innen daarvan is volgens hem geen doel op zich. Bovendien had het kunnen leiden tot faillissement van het bedrijf, vreesde Geurts. Dat zou hebben geleid tot hoge kosten voor de provincie.
Hoewel Geurts niets te verwijten valt, constateren de onderzoekers dat de provincie bedrijven vaker "strohalmen" aanbiedt om onder de consequenties van handhaving uit te komen. Dat leidde herhaaldelijk tot verbazing of ergernis bij burgers. De praktijk van een laatste strohalm voor een bedrijf dat lange tijd de fout in gaat, kan leiden tot precedentwerking en brengt de betrouwbaarheid van het bestuur in gevaar, aldus de onderzoekers.