Oud-wethouder: top AEB verantwoordelijk voor slecht onderhoud

02 jul 2021, 16:57 Landelijk
oud wethouder top aeb verantwoordelijk voor slecht onderhoud
ANP

De directie van de Amsterdamse afvalverwerker AEB is verantwoordelijk geweest voor het achterstallig onderhoud en het stilleggen van vier van de zes verbrandingsovens in 2019. Dat zei oud-wethouder van financiën en deelnemingen Udo Kock (D66) vrijdag in een verhoor voor de raadsenquête over AEB.

In de raadsenquête probeert een commissie van raadsleden te achterhalen hoe de financiële en operationele problemen bij het afvalbedrijf, waarvan de gemeente aandeelhouder is, konden ontstaan. In 2019 moest een deel van de ovens worden stilgelegd, omdat de veiligheid niet kon worden gegarandeerd. Inkomsten vielen weg en het bedrijf maakte hoge kosten voor afvalverwerking elders. De gemeente sprong bij met aanzienlijke financiële injecties.

"Je kunt je afvragen of de directie niet afwist van het slechte onderhoud, of dat de informatie daarover niet goed is doorgegeven aan de gemeente, maar de directie is er hoe dan ook verantwoordelijk voor", zei Kock. "Als aandeelhouder moet je er voor zorgen dat er genoeg middelen zijn om het onderhoud goed te doen." Volgens Kock had de directie niet eerder aangegeven dat er financiële middelen nodig waren.

In 2019 concludeerde een externe partij dat het onderhoud bij AEB slecht was, maar dat de verbrandingslijnen niet stilgelegd hoefden te worden. De directie van AEB besloot dat twee weken later toch te doen. "Mijn eerste reactie was verbazing, want dat is een groot besluit met grote gevolgen." Volgens Kock had de directie geen 'rampenplan' waar elders in Nederland het afval verbrand moest worden. Ook was een liquiditeitsverzoek van 150 miljoen euro dat volgde niet goed onderbouwd. Later bleek dat er voor het tegengaan van een faillissement van AEB niet 150 miljoen, maar minder dan 20 miljoen euro nodig was, aldus Kock.

AEB staat sinds enige tijd te koop. Een meningsverschil daarover binnen het college leidde in september 2019 tot het aftreden van wethouder Kock. Hij was voor verkoop aan sloopbedrijf Beelen, de rest van het college wilde AEB liever overdoen aan een publieke partij. Van dat idee is het college intussen afgestapt.

Volgens Kock zou het in zee gaan met een publieke partij de stad meer geld kosten. Als hij daarin mee was gegaan, terwijl hij zeker wist dat het geen goede optie was, dan was hij als wethouder niet meer geloofwaardig, zei Kock vrijdag. "Dat is ook besturen en dat is ook verantwoordelijkheid nemen."

Naast Kock zijn de afgelopen twee weken ook andere (oud-)wethouders en oud-directeuren van AEB gehoord. Burgemeester Femke Halsema en wethouder Marieke van Doorninck (ruimtelijke ontwikkeling en duurzaamheid) volgen aanstaande maandag.

Er zijn al eerder onderzoeken gedaan naar de gang van zaken bij AEB, maar daarbij konden getuigen niet onder ede worden gehoord. Dat kan wel bij een raadsenquête, die te zien is als de lokale variant van de parlementaire enquête.