De openbaarvervoersbedrijven krijgen nog eens 370 miljoen euro erbij om tijdens de coronacrisis tot en met september te kunnen blijven rijden. Het geld komt bovenop de 740 miljoen euro die al beschikbaar was gesteld voor de eerste helft van 2021, maakte staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur) vrijdag bekend.
Vorig jaar had het kabinet 1,5 miljard euro beschikbaar gesteld voor het laten doorrijden van treinen, metro's, bussen en trams. Maar omdat er te weinig reizigers zijn in verband met de coronamaatregelen, lijden de vervoersbedrijven fors verlies. Met de verlenging komt de zogeheten beschikbaarheidsvergoeding dit jaar uit op ruim 1,1 miljard euro.
"De regeling nu verlengen is een logische stap omdat het onzeker is hoe lang deze crisis nog voortduurt. Voor reizigers is het van belang dat zij kunnen bouwen op een betrouwbaar ov. Met de beschikbaarheidsvergoeding houden we Nederland bereikbaar met het ov, zodat ouderen de bus kunnen pakken om hun coronavaccinatie te halen, zorgpersoneel met de metro op het werk kan komen en studenten met de trein naar hun praktijkexamen kunnen reizen", aldus Van Veldhoven.