De overheid kon in de eerste maanden van de coronacrisis diverse beloftes en gewekte verwachtingen niet waarmaken. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) ziet "onzekere aannames" die de overheid regelmatig deed als een van de oorzaken. "Door met minder stelligheid, maar wel duidelijk te vertellen over wat wel of niet bekend is over het verloop van de crisis kan de overheid onrealistische verwachtingen voorkomen bij het publiek."
In het rapport staat de raad bijvoorbeeld stil bij opmerkingen van de premier over "groepsimmuniteit". Hij wekte volgens de raad de indruk dat dit een doel op zich was, waar zei er later weer over dat immuniteit van de bevolking slechts een "bijkomend effect" zou zijn. Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge kondigde in april de corona-apps aan als "kern van het nieuwe testbeleid", maar de invoering liet vervolgens tot oktober op zich wachten. Ook over de routekaart voor het opheffen van maatregelen is de OVV kritisch. Die bood "geen houvast".
De crisiscommunicatie was volgens de raad "eenzijdig". Informatie over het coronavirus en het overheidsbeleid bereikte niet alle groepen in de samenleving. De persconferenties werden wel goed bekeken, maar voor bijvoorbeeld mensen die onvoldoende Nederlands spreken of moeite hebben met lezen was de informatie vaak te ingewikkeld.
Hier kwam in de loop van de tijd wel verbetering in. Zo ging de overheid de persconferenties in eenvoudigere taal omzetten. Ook gingen Rutte en De Jonge minder metaforen gebruiken om persconferenties toegankelijker te maken, brengt de OVV in herinnering.
Onbedoeld gaf de premier ruimte aan mensen "die zelf de afweging wilden maken of een maatregel wel op hun van toepassing was". Hij zei eind maart 2020 dat het niet werkt als de regering zegt "je mot dit en je moet zus".
Ook deskundigen die de overheid adviseerden veroorzaakten soms verwarring, schrijft de OVV. Bijvoorbeeld wanneer zij in de media "afweken van of vooruitliepen op het overheidsbeleid". Een hard oordeel velt de raad over opmerkingen die OMT-voorzitter Jaap van Dissel maakte over mondkapjes. Door te zeggen dat het gebruik daarvan een politieke en geen wetenschappelijke keuze was "ondermijnde" hij volgens de raad het vertrouwen in het overheidsbeleid.