De Nederlandse overheidsschuld is voor het eerste sinds 2008 onder de 50 procent van het bruto binnenlands product (bbp) gezakt. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag.
De schuld als percentage van bbp komt na de eerste negen maanden van het jaar uit op 49,3 procent, oftewel 395 miljard euro. Dat is 11 miljard euro minder dan eind 2018 en betekent een daling van 3,1 procentpunt.
De overheid realiseerde in de eerste negen maanden van het jaar een overschot van bijna 14 miljard euro. Het begrotingsoverschot van de Staat kwam daarmee op jaarbasis uit op 1,7 procent van het bbp. Het gerealiseerde overschot in de eerste drie kwartalen van 2019 is ruim 3 miljard euro hoger dan het overschot over heel 2018. De miljoenennota gaat uit van een overschot van 10,4 miljard euro voor heel dit jaar, oftewel 1,3 procent van het bbp. Van een begrotingsoverschot is sprake als de overheidsinkomsten groter zijn dan de overheidsuitgaven.
Nederland voldoet ruimschoots aan de Europese eisen, waarbij het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het bbp en de staatsschuld maximaal 60 procent van het bbp mag bedragen.