VVD, D66 en PvdA willen een spoedadvies van de Gezondheidsraad over het belang van een extra prik voor mensen die zijn ingeënt met de coronavaccins van AstraZeneca en Janssen, ook als zij jonger zijn dan 60 jaar. Zij hebben daar Kamervragen over gesteld aan demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).
De Kamerleden Aukje de Vries (VVD), Jan Paternotte (D66) en Attje Kuiken (PvdA) wijzen op verschillende onderzoeken die uitwezen dat de vaccins van AstraZeneca en Janssen mogelijk sneller hun beschermende werking verliezen. Ze waren om te beginnen ook al minder effectief dan de zogenoemde mRNA-vaccins van Pfizer en Moderna.
AstraZeneca is met name toegediend aan de leeftijdsgroep tussen 60 en 65 jaar, maar ook aan bijvoorbeeld zorgverleners. Het mede in Nederland ontwikkelde Janssen-vaccin, waarvoor maar een prik gezet hoeft te worden, is vooral aan jongere mensen gegeven. Het wordt nu nog maar beperkt gebruikt, AstraZeneca zelfs helemaal niet meer.
Het demissionaire kabinet besloot eerder om alle zestigplussers en zorgpersoneel dat direct in contact komt met patiënten een boosterprik aan te bieden. Het plan is om vanaf december te beginnen met tachtigplussers. Pas later komen andere groepen aan de beurt. VVD, D66 en PvdA willen weten of ontvangers van AstraZeneca en Janssen wellicht voorrang moeten krijgen.