Bedrijven moeten wettelijk verplicht worden om mensenrechtenschendingen en milieuschade te voorkomen bij de productie van hun goederen. Als bedrijven dat niet doen, volgen sancties. Dat staat in een initiatiefwetsvoorstel dat de ChristenUnie, PvdA, SP en GroenLinks deze week naar buiten brengen.
Er zijn wel al OESO-richtlijnen opgesteld waar internationaal opererende bedrijven zich aan zouden moeten houden. Daarin staat dat bedrijven naast mensenrechten ook werknemersrechten en het milieu moeten respecteren. De overheid maakt vrijwillige afspraken met bedrijven over de naleving van deze regels.
Maar volgens de vier partijen levert dit onvoldoende op. Volgens hen onderschrijft slechts 35 procent van de Nederlandse bedrijven de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. De vier partijen wijzen erop dat andere landen zoals Duitsland ook al bindende wetgeving op dit vlak heeft.
De partijen hopen dat met de wet zaken als illegale houtkap en kinderarbeid uit de productieketens van alle in Nederland gevestigde ondernemingen gaan verdwijnen. Een toezichthouder moet ervoor zorgen dat de wet wordt nageleefd, schreven ze vorig jaar al in een initiatiefnota.
"Het is bizar dat Nederlandse bedrijven anno 2021 via hun productieketens betrokken zijn bij moderne slavernij, dwangarbeid en milieuvervuiling", aldus Joël Voordewind (ChristenUnie). "Na jaren van vrijblijvendheid en vrijwilligheid is het tijd voor wettelijke verplichtingen."
Rechten van arbeiders, vrouwen en het milieu staan steeds meer onder druk, meent Kirsten van den Hul (PvdA). Daarom is die wet volgens haar nodig. "Het is heel belangrijk dat we als Nederland blijven staan voor de bescherming van mensenrechten en het klimaat", zegt Tom van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks).