"Dramatisch" noemt directeur van de Patiëntenfederatie Dianda Veldman het nieuws dat een deel van de ziekenhuizen de zogenoemde 'kritieke planbare zorg' niet meer altijd op tijd kan uitvoeren. "Dit is weer een grens die wordt overschreden. De laatste grens is dat ziekenhuizen mensen in doodsnood moeten weigeren."
Kritieke planbare zorg is zorg die binnen zes weken moet worden uitgevoerd, om schade aan de gezondheid van de patiënt te voorkomen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) meldde donderdag dat twaalf ziekenhuizen dat soort zorg op dit moment niet altijd tijdig kunnen leveren. Dat betekent dat bijvoorbeeld mensen die de diagnose darmkanker hebben gekregen langer moeten wachten voordat hun tumor verwijderd kan worden. Reden is de hoge druk op de ziekenhuiszorg, mede door het oplopende aantal coronapatiënten.
"Zes weken is normaal gezien al lang als je de diagnose kanker hebt gekregen", aldus Veldman. "Want je zit in angst en spanning: ga ik dood? Als het nog langer duurt is dat dramatisch voor mensen." Veldman snapt evengoed dat ziekenhuizen "met de rug tegen de muur" staan. Coronapatiënten op de ic's hebben namelijk nóg acuter zorg nodig. "Dus je gaat ook niet zeggen: kies maar."
De NZa meldde ook dat 45 ziekenhuizen sowieso niet alle planbare zorg meer kunnen leveren. Bijna een kwart van de operatiekamers is niet in gebruik, doordat de ic's nodig zijn voor coronapatiënten en door het stijgende ziekteverzuim onder zorgpersoneel. Veldman noemt het belangrijk dat artsen contact houden met patiënten van wie de operatie wordt uitgesteld. "Mensen moeten in de gaten worden gehouden door de huisarts, want de ene patiënt is stabiel, maar de ander kan ineens heel hard achteruitgaan. Terwijl diegene misschien trouw thuis zit te wachten tot hij of zij aan de beurt is."
Het is ook belangrijk om contact te houden zodat mensen niet het gevoel krijgen vergeten te zijn. "Daar word je heel onzeker van." Veldman wijst erop dat mensen via hun zorgverzekeraar gebruik kunnen maken van een zorgbemiddelaar. "Dat is natuurlijk geen wondermiddel, want er is schaarste. Maar zo'n bemiddelaar kan wel kijken of er voor bepaalde minder acute ingrepen misschien toch ergens anders, zoals in een kliniek, nog een plekje is."