Een meerderheid van de Indische en Molukse Nederlanders vindt dat koning Willem-Alexander elk jaar op 15 augustus bij de herdenking van de bevrijding van voormalig Nederlands-Indië moet zijn. Nu is het koninklijk huis eens in de vijf jaar vertegenwoordigd. Omdat de koning wel elk jaar bij de Dodenherdenking op 4 mei op de Dam is, lijkt het net alsof leden van het koninklijk huis de ene herdenking belangrijker vinden dan de andere, menen de Indiëgangers.
EenVandaag ondervroeg ruim 2800 mensen met wortels in Nederlands-Indië of Indonesië in de aanloop naar de 75e herdenking van de capitulatie van Japan zaterdag in Den Haag. De capitulatie luidde de bevrijding in voor Nederlands-Indië en daarmee was het hele Koninkrijk der Nederlanden bevrijd. Op 15 augustus worden alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting herdacht.
Zes op de tien Indische Nederlanders zouden de koning graag elk jaar bij de herdenking zien. Maar een kwart van de ondervraagden vindt dat niet nodig. Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei wordt elk jaar ook een krans gelegd voor de slachtoffers in Nederlands-Indië in aanwezigheid van de koning. Dat is voor hen genoeg. Zij zouden liever zien dat ook de slachtoffers van de koloniale tijd en van de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië, direct na de Tweede Wereldoorlog, worden herdacht.
Minister-president Mark Rutte houdt zaterdag een toespraak bij de herdenking bij het Indië-monument. Koning Willem-Alexander legt als eerste een krans.