Dvd-hoesjes, sportschoenen, flessendoppen, in elkaar verstrikt geraakte visnetten. Midden op de oceaan, duizenden kilometers uit de kust, zijn nog sporen van de mens te vinden. Het afval dobbert op en net onder het wateroppervlak. Een baanbrekend Nederlands project om het uit het water te halen, begint volgende week zaterdag aan zijn eerste reis.
The Ocean Cleanup, heet de missie. Boyan Slat, nu 24 jaar oud, bedacht het zes jaar geleden voor zijn profielwerkstuk op de middelbare school in Delft. Het idee: een honderden meters lange 'arm’ drijft over de zeespiegel, voortgeduwd door de golven, de stroming en de wind. Een scherm reikt een paar meter onder water. Als een C-vormige bezem neemt hij het afval mee. Dieren kunnen eronderdoor zwemmen. Om de paar weken komt een vrachtschip langs om het opgeveegde afval uit zee te scheppen.
Het eerste gevaarte heet System 001. Dat is de afgelopen maanden in elkaar gezet in San Francisco. Op 8 september vertrekt het. Voor het oog van de wereld wordt deze plasticvanger langs het beroemde gevangeniseiland Alcatraz gesleept. Daarna gaat hij onder de Golden Gate Bridge door de Grote Oceaan op, naar zijn toekomstige werkplek.
Die bestemming is de zogeheten Great Pacific Garbage Patch. Dat is een enorme plastic soep tussen Californië en Hawaï. De zeestroming brengt het afval ernaartoe en door diezelfde stroming komt het er niet meer uit. De drijvende vuilnisbelt is ongeveer drie keer zo groot als Frankrijk. Er dobberen naar schatting 1800 miljard stukken afval, die bij elkaar ongeveer 80 miljoen kilo wegen. ,,In het eerste jaar willen we 50.000 tot 100.000 kilo aan wal brengen, dan zijn we tevreden'', zegt Lonneke Holierhoek van de Ocean Cleanup. Zij is de rechterhand van Slat en moet ervoor zorgen dat zijn ideeën in praktijk kunnen worden gebracht.
In de komende jaren wil The Ocean Cleanup nog ongeveer zestig 'veegarmen' bouwen. In vijf jaar tijd moeten die de vuilnisbelt halveren en rond 2040 moet ongeveer 90 procent van het afval weg zijn.
Er zijn nog vier grote afvalhopen op de oceanen. Die hebben bij elkaar nog eens 80 miljoen kilo puin en plastic. En niemand weet hoeveel er nog onderweg is vanaf het vasteland. Dat afval kan nu nog worden opgeveegd, want ongeveer 92 procent is groot. Op den duur zal dat verbrokkelen en dan kunnen dieren de troep opeten en sterven. Holierhoek: ,,We willen het eruit halen voor het kleiner wordt en schade aanricht. Grote stukken worden heel veel hele kleine stukken als je het laat gebeuren.''
Het opgeviste plastic krijgt een nieuw leven. Er worden onder meer zonnebrillen van gemaakt. De verkoop daarvan moet het geld in het laatje brengen voor nieuwe schoonmaakacties. Daarnaast gaat een deel van het afval naar laboratoria.