Een nieuwe lichting neemt het over in de Tweede Kamer. Steeds meer mensen die in de jaren 90 zijn geboren, zijn verkozen als volksvertegenwoordigers. Mensen uit de jaren 50 en 60 beginnen plaats te maken voor hen.
In 2017 werd voor het eerst iemand verkozen uit de jaren 90. Dat was Rens Raemakers van D66. Twee jaar geleden groeide deze lichting naar negen leden en nu zitten er al achttien kinderen van de jaren 90 in de Kamer.
Met name het aantal Kamerleden uit de jaren 50 daalt snel. In 2012 werden 26 mensen verkozen die in dat decennium waren geboren. Dat werden er 12 in 2017, 5 en 2021 en nu dus 4. In dezelfde periode daalde ook het aantal Kamerleden uit de jaren 60: van 58 naar 44 naar 32 naar 24. Sinds het vertrek van Theo Hiddema in 2020 zit er niemand uit de jaren 40 meer in de Kamer.
Het aantal Kamerleden uit de jaren 70 is al tijden stabiel. Verkiezing na verkiezing komen iets meer dan vijftig volksvertegenwoordigers uit dat tijdvak. Het aantal Kamerleden uit de jaren 80 steeg snel bij de verkiezingen in het vorige decennium, maar vlakt nu af.
De vertrekkende Kamerleden uit de vorige periode nemen dinsdag afscheid van hun collega's. Hun vervangers worden woensdag geïnstalleerd. Dan begint de nieuwe termijn van de Kamer, na de verkiezingen van 22 november.
Van de 150 gekozen Kamerleden, zijn 51 geboren in de jaren 70. Dat is net iets meer dan een derde van de totale Kamer. Uit de jaren 80 komen 47 Kamerleden. Verder zijn 24 volksvertegenwoordigers geboren in de jaren 60, 18 in de jaren 90 en 4 in de jaren 50. Van 6 aanstaande Kamerleden, allen van de PVV, is het geboortejaar niet bekendgemaakt.
De cijfers zijn gebaseerd op de processen-verbaal van de Kiesraad met de officiële uitslag. Daarin staan de namen van mensen die na verkiezingen zijn geïnstalleerd. Daaronder zijn mensen die na de formatie minister of staatssecretaris werden. Hun vervangers zijn niet meegeteld, net als de vervangers van Kamerleden die om andere reden tussentijds opstapten.