De politie houdt geregeld strafbare feiten buiten de boeken. Ook ontmoedigen agenten burgers bij het doen van aangiften en noteren ze zaken als 'opgelost’ terwijl die dat niet zijn.
Dat stelt het Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico op basis van een enquête onder leden van de Nederlandse Politiebond (NPB). Bijna 1500 agenten deden mee aan het onderzoek. Verder hield Investico interviews met tientallen agenten en andere betrokkenen. Het onderzoek is gepubliceerd in De Groene Amsterdammer.
Agenten voelen zich deels gedwongen tot 'creatief boekhouden’ door de gebrekkige systemen waarmee ze werken, zeggen ze. Maar ze erkennen ook bewust mee te werken aan het oppoetsen van de criminaliteitscijfers, vaak onder druk van leidinggevenden. Meer dan de helft van de agenten die betrokken is bij registratie van criminaliteit, maakt mee dat misdrijven onterecht onder een andere categorie in de boeken worden gezet. Vier van de tien agenten zeggen dat een hoger aantal opgeloste misdrijven wordt voorgesteld dan daadwerkelijk het geval is. Tachtig procent van de deelnemers aan het onderzoek vindt de criminaliteitscijfers een slechte weergave van de werkelijkheid.
Volgens korpschef Erik Akerboom van de Nationale Politie worden op de werkvloer voortdurend gesprekken gevoerd over de registratie van strafbare feiten. Als feiten bewust onjuist worden geregistreerd, kunnen politiemensen dat melden bij een vertrouwenspersoon of desnoods bij de korpschef zelf. Akerboom laat weten dat hij over de enquête in gesprek gaat met de collega’s en hun leiding en dat hij daarna de balans opmaakt.
Loes Thissen, waarnemend voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad (COR), noemt ,,het te gek voor woorden dat de integriteit van de politie ter discussie wordt gesteld''. Ze zegt dat de COR geen enkele twijfel heeft over de juistheid van wat politiemedewerkers vastleggen in politiesystemen.