Het prijsplafond dat het kabinet ambieert, scheelt een gemiddeld huishouden zo'n 2280 euro op jaarbasis, 190 euro per maand. Die korting krijgen huishoudens vanaf 1 november, maar is wel "omgeven met onzekerheden", benadrukt het ministerie van Financiën. Het kabinet denkt aan een prijsplafond van 1,50 euro per kuub gas, en 70 cent per kilowattuur (KWh) elektriciteit.
De daadwerkelijke maatregel gaat officieel pas per 1 januari in, maar het kabinet heeft met energiebedrijven afgesproken dat zij de termijnbedragen per 1 november al verlagen. Deze 'tussenversie' geeft ook vanaf dit najaar al de "hoognodige verlichting". De afgelopen dagen voerde het kabinet onder hoge druk overleg met energieleveranciers. De ingreep wordt gepresenteerd op Prinsjesdag, maar is nog niet uitgewerkt.
Om te voorkomen dat een maximumtarief leidt tot hoger verbruik, wil het kabinet een volumegrens instellen van 1200 kubieke meter gas en 2400 KWh stroom. Dat is wat lager dan het voorstel van GroenLinks en PvdA, die eerder met het plan kwamen voor een prijsplafond. Het idee is dat minimaal de helft van de huishoudens volledig onder het plafond blijft, zolang ze besparen. "Het kabinet wil alle huishoudens helpen."
Uitwerking van het plan heeft "de hoogste prioriteit van het kabinet". Hoe duur het plan is en hoe het betaald gaat worden, moet nog duidelijk worden. De 5,4 miljard euro die het kabinet opzij had gezet voor de verlaging van de energiebelasting kan in elk geval worden ingezet: die verlaging gaat wegens de invoering van het plafond niet door. Het kabinet kijkt ook naar het inzetten van overwinsten die vooral energiebedrijven maken. Als dit niet genoeg oplevert, gaat het kabinet in het voorjaar op zoek naar extra geld om het pakket te betalen.
Gemeenten die dit najaar al meer willen doen voor de armste huishoudens, kunnen 500 euro aan energietoelage voor volgend jaar al de komende maanden uitkeren. Verder komt er een noodfonds van het kabinet en de energieleveranciers "waarmee moet worden voorkomen dat kwetsbare huishoudens met een betalingsachterstand te grote schulden opbouwen".