Zwangere vrouwen kunnen vanaf maandag de 22 wekenprik krijgen om hun kind en zichzelf te beschermen tegen kinkhoest. Staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS heeft hiertoe in 2018 besloten. De vaccinatie maakt deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma, zo maakte het RIVM donderdag bekend.
De zogeheten DKT-prik beschermt de kwetsbare baby direct na de geboorte al tegen deze voor zeer jonge kinderen gevaarlijke ziekte. Dat komt omdat de moeder afweerstoffen aanmaakt en die via de navelstreng doorgeeft. Nu krijgen baby's een eerste prik tegen kinkhoest als ze twee maanden oud zijn. Voor sommige kinderen is dat soms te laat. Elk jaar belanden ongeveer 170 baby’s met ernstige klachten in het ziekenhuis. Een baby kan overlijden aan deze infectie van de luchtwegen, die ernstige hoestbuien veroorzaakt.
Door deze 22 wekenprik verandert het vaccinatieschema. Kindjes krijgen een prik minder en het vaccineren begint een maand later (als de baby drie maanden oud is). De prik moet de vrouw zelf inplannen. Het gaat om een combinatievaccin met difterie en tetanus (DKT) omdat er geen los middel bestaat.