Steeds minder mensen halen een boosterprik tegen het coronavirus. In de afgelopen zeven dagen zijn bijna 766.000 oppepprikken gegeven. Dat is het laagste tempo sinds begin december, komt naar voren uit nieuwe cijfers die de overheid naar buiten heeft gebracht.
Bijna 7,9 miljoen mensen hebben tot en met woensdag een boosterprik gekregen. Zo'n 7 miljoen van hen gingen daarvoor naar een vaccinatielocatie van de GGD en naar schatting 837.000 kregen de prik bij een zorginstelling of een ziekenhuis.
De teller stond tot en met afgelopen zondag op 7,6 miljoen boosterprikken, dat waren er 1,1 miljoen meer dan de week ervoor.
Het tempo gaat mogelijk nog verder omlaag. Voor de komende 7 dagen hebben bijna 200.000 mensen een afspraak voor een boosterprik staan. Het uiteindelijke aantal prikken kan hoger uitvallen, door mensen die alsnog een afspraak maken of die via vrije inloop naar een vaccinatielocatie gaan.
Bijna 55 procent van alle volwassenen heeft nu een boosterprik gehad.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) schat dat zo'n 1,1 miljoen mensen nog geen oppepprik kunnen krijgen. Deze mensen hebben onlangs corona gehad, of hun vorige prik was minder dan drie maanden geleden. Als zij niet zouden worden meegerekend, heeft volgens het RIVM 69 procent van alle volwassenen een boosterprik gehad.
Als uiteindelijk iedereen die zich eerder liet vaccineren een booster komt halen, zouden nog ongeveer 3 miljoen prikken gezet moeten worden.