De Prinsjesprijs van 2021 is woensdag uitgereikt aan de net afgezwaaide Tweede Kamerleden André Bosman (VVD) en Chris van Dam (CDA). De twee ontvingen de prijs voor hun werk als voorzitters bij respectievelijk de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties en de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.
Bosman en Van Dam hebben volgens de jury het parlement een spiegel voorgehouden en een aanzet gegeven voor de Tweede Kamer om beter te functioneren. "Na verdiepend onderzoek zijn zij erin geslaagd om de overheid goed onderbouwd ter verantwoording te roepen op haar beleid en de resultaten daarvan", roemt de jury beide voorzitters. Daartoe zijn ze "over hun politieke schaduw" gestapt om zo "alle betrokkenen ter verantwoording te roepen". Ze hebben volgens de jury laten zien hoe belangrijk ervaren en inhoudelijk sterke volksvertegenwoordigers zijn voor het functioneren van het parlement.
Bosman en Van Dam kregen de prijs bij de opening van het jaarlijkse Prinsjesfestival uit handen van juryvoorzitter Jetta Klijnsma, Commissaris van de Koning in Drenthe. Daarnaast zaten politiek historica Carla Hoetink en politiek journalist Kees Boonman in de jury. Sinds 2013 wordt de Prinsjesprijs uitgereikt aan een politicus die van invloed is op het gezag van de Nederlandse parlementaire democratie. Eerder ging de prijs naar onder meer Gerdi Verbeet en Jacqueline Biesheuvel, Carola Schouten, Pieter Omtzigt en Khadija Arib.