Belangenorganisatie Privacy First heeft grote bezwaren tegen het invoeren van een vaccinatiebewijs. "Het is een zware inbreuk op grondrechten en mensenrechten", zegt Vincent Böhre, directeur en jurist van de stichting.
Zorgminister Hugo de Jonge maakte dinsdagavond bekend dat het kabinet begin juni een besluit wil nemen over de invoering ervan. De Tweede Kamer heeft daarna drie weken de tijd om zich te buigen over alle aspecten van zo'n bewijs, waarmee mensen straks weer zouden kunnen reizen. Wat De Jonge betreft kan Nederland dan nog voor de zomervakantie aansluiten bij een Europese verordening die ten grondslag zal liggen aan het vaccinatiebewijs.
"Ons voornaamste bezwaar is dat er een tweedeling in de samenleving mee wordt gecreëerd. Dat je in de nabije toekomst als burger alleen nog maar aan het maatschappelijke leven kan deelnemen met een coronapaspoort of een gezondheidsbewijs", zegt Böhre. Volgens hem leidt de maatregel ook tot discriminatie, op basis van medische status. "En er geldt een algeheel discriminatieverbod in het Europees recht, al decennia lang. Je mag niet discrimineren op welke grond dan ook. Dat wordt nu met voeten getreden", aldus de jurist.
Hij wijst ook op de risico's van privacyschending. "In de toekomst word je gedwongen om je medische status kenbaar te maken, namelijk of je wel of niet gevaccineerd bent, of je wel of niet ziekte onder je leden hebt door middel van een testbewijs. Onder het privacyrecht mag dat pertinent niet, want je mag mensen nooit dwingen om hun medische gegevens kenbaar te maken", vertelt de directeur van Privacy First.
Volgens hem is het invoeren van een vaccinatiebewijs ook niet nodig omdat er voldoende goede alternatieven voorhanden zouden zijn. "Maar die zijn nooit serieus overwogen door de overheid. Wij zien de maatschappelijke noodzaak niet en de proportionaliteit van dit hele verhaal evenmin."