De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) blijft zeer kritisch over een herzien wetsvoorstel voor de aanpak van witwassen door banken, ondanks "goede verbeteringen" die ten opzichte van een eerder concept zijn doorgevoerd. De toezichthouder noemt het voorstel "niet noodzakelijk en in strijd met het evenredigheidsbeginsel".
De AP waarschuwde in oktober al dat het oorspronkelijke wetsvoorstel de deur zou openen naar "een ongekende massasurveillance van Nederlanders door banken". Ook na een herziening constateert de privacywaakhond "dat de belangrijkste bezwaren van het eerdere advies nog overeind staan".
Het wetsvoorstel geeft banken de ruimte om op grote schaal het betalingsverkeer te monitoren op verdachte transacties, en informatie daarover ook onderling uit te wisselen. Dat moet banken helpen efficiënter te kunnen optreden in de strijd tegen witwassen, waarin de financiële sector een sleutelrol wordt toegedicht.
De Tweede Kamer "moet zich realiseren dat hiermee de weg van volledige centrale controle op het betalingsverkeer wordt ingeslagen", stelt de AP. "Deze weg is een onrechtmatige aantasting van de fundamentele rechten en burgerlijke vrijheden." Voorzitter Aleid Wolfsen licht dat standpunt later deze week toe in een rondetafelgesprek met Kamerleden.
Burgers lopen volgens de AP door dit wetsvoorstel het risico ten onrechte te worden uitgesloten van "een essentiële voorziening als het betalingsverkeer". Dat is volgens de toezichthouder niet alleen onwenselijk maar ook nog eens funest voor het vertrouwen in financiële instellingen.