Het proces over het neerhalen van vlucht MH17 is door de rechtbank verdaagd tot 23 maart. Na betogen van het Openbaar Ministerie, de advocaten van verdachte Oleg Poelatov en de advocaten van de vele nabestaanden beraadt de rechtbank zich op een reeks verzoeken en zal er die dag over beslissen.
De rechtbank had in het Justitieel Complex Schiphol de hele week ingeruimd voor zittingen in de zaak, maar deze tijd was niet nodig. Na twee dagen bleken alle procespartijen hun zegje voor dit moment te hebben gedaan. Ook de week van 23 maart is in zijn geheel gereserveerd voor het proces, maar waarschijnlijk zijn ook dan niet alle dagen nodig. Het volgende blok van zittingsdagen is vanaf 8 juni.
Op het proces waren vooral de eerste zittingsdag maandag veel journalisten, waarnemers en andere belangstellenden afgekomen. Dinsdag was de belangstelling alweer een stuk minder.
De vier verdachten zijn weggebleven van het proces. Alleen de Rus Poelatov laat zich door advocaten vertegenwoordigen. Zij betoogden dinsdag dat zij zich onder druk gezet voelen door het Openbaar Ministerie. Het OM legde een reeks wensen en vorderingen tot onderzoek op tafel en wil de vaart in de zaak houden. Het OM wil onder meer dat de rechtbank de reconstructie van het neergehaalde toestel van vlucht MH17 gaat bekijken, tijdens een zogeheten schouw. De brokstukken van het in Oost-Oekraïne neergeschoten vliegtuig zijn zo'n vijf jaar geleden naar Nederland overgebracht en voor zover mogelijk gereconstrueerd in een hangar van de luchtmachtbasis Gilze-Rijen.
De raadslieden - Boudewijn van Eijck en Sabine ten Doesschate - zijn pas een paar weken geleden in de zaak gestapt en menen dat zij "een flinke informatieachterstand" hebben. Justitie heeft er met een groot internationaal team al jaren onderzoek op zitten en ligt daarom een straatlengte voor. Eerder hebben de advocaten al tot juni de tijd gevraagd om op het 36.000 pagina's tellende dossier te kunnen reageren.
De negen advocaten van de nabestaanden hebben de rechtbank gevraagd te bepalen dat zij kennis mogen nemen van de dossierstukken. Volgens de raadslieden is dat nodig om het spreekrecht goed te kunnen uitoefenen en voor het effectief indienen van schadeclaims. Het proces is voor de nabestaanden niet te volgen als zij de stukken niet kennen, menen de advocaten. Ook vinden zij dat zij even sterk moeten kunnen staan als de advocaten van Poelatov, die het dossier wel hebben.
Dat de nabestaanden dossierstukken zouden laten uitlekken, is volgens de advocaten een ongefundeerde angst bij het OM. "Daar hebben zij helemaal geen belang bij", aldus advocate Arlette Schijns.
Het OM vindt dat de belangen van de nabestaanden het best gediend zijn als de stukken eerst in de rechtszaal zijn besproken.