Het hoger beroep van Geert Wilders staat op losse schroeven. Vanaf dinsdag krijgt de advocaat van Geert Wilders de kans om te laten weten wat de PVV'er vindt van het 'minder Marokkanen'-proces waarin hij momenteel terechtstaat. Advocaat Geert-Jan Knoops gaat direct vragen de zaak aan te houden, nu er opnieuw stukken zijn opgedoken waaruit zou blijken dat voormalig minister van Justitie Ivo Opstelten zich heeft bemoeid met de beslissing om Wilders te vervolgen.
"Er is geen andere conclusie meer mogelijk", zei Knoops vrijdag. "Ik kan me niet voorstellen hoe het OM zich hier nog uit gaat kletsen." Wilders noemde het stuk weerzinwekkend. Hij is dinsdag aanwezig bij de zitting in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol, liet hij al weten.
De opgedoken nota kwam vrijdag via RTL Nieuws naar buiten. Via een WOB-procedure probeert RTL stukken boven tafel te krijgen over de vermeende invloed van het ministerie op de vervolgingsbeslissing van het Openbaar Ministerie. De rechtbank Midden-Nederland buigt zich daar momenteel over.
Knoops gaat het hof vragen de zaak aan te houden tot alle stukken boven tafel zijn. Als het hof akkoord gaat, loopt het proces opnieuw vertraging op. Eerder werd de rechtbank al onder meer succesvol gewraakt door de verdediging, waarna er nieuwe rechters kwamen. Voor het pleidooi van Knoops zijn vier zittingsdagen uitgetrokken, de uitspraak staat nu nog gepland voor 11 oktober.
Afgelopen juli eiste het OM in hoger beroep een geldboete van 5000 euro tegen Wilders, hetzelfde als in eerste aanleg. De rechtbank achtte de PVV-voorman eind 2016 wel schuldig aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie van Marokkanen, maar legde hem geen straf op.
Op 19 maart 2014 stelde Wilders zijn publiek tijdens een bijeenkomst drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder "Minder! Minder!" als antwoord op deze vragen. Hiermee zette de politicus volgens het OM aan tot haat. "Het sloganachtig karakter van de speech, uitgedragen in verkiezingstijd met veel retorische stijlfiguren, de interactie met de zaal en het gebruik van de media dragen daartoe bij."