ProRail heeft op het spoor bij Wierden, Zenderen en De Lutte in Twente duizenden sensoren geplaatst om de spoorbaan in de gaten te houden. Er gaat een zwaardere locomotief over dat spoor heenrijden en niet overal kan worden aangetoond dat de bodem voldoet aan de eisen hiervoor. Op andere delen van het traject waar ook niet zeker is of de bodem voldoet aan de gestelde normen, gaat de locomotief 100 kilometer per uur rijden in plaats van 130.
De verschillende soorten sensoren gaan in de gaten houden of er geen afwijkingen aan de spoorbaan ontstaan. De spoorbeheerder wil met deze maatregel voorkomen dat het traject tussen Wierden en de Nederlands-Duitse grens bij Oldenzaal onveilig wordt. In totaal zijn 3622 sensoren geplaatst. Volgens ProRail is dit het grootste aantal sensoren dat in één keer is geplaatst in Europa. Onder meer de grondverplaatsing en de waterstand onder de spoorbaan worden gemonitord. De spoorbeheerder zegt passende maatregelen te nemen mocht dat nodig zijn.
De zwaardere locomotieven zijn nodig om de IC Berlijn tussen Amsterdam en Berlijn een half uur sneller te laten rijden. Deze locomotieven kunnen zowel op het voltage van het Nederlandse als het Duitse spoor rijden. De nieuwe dienstregeling gaat vanaf 10 december in.
De gegevens die ProRail in Twente verzamelt worden ook gebruikt voor een landelijk onderzoek naar de zogenoemde baanstabiliteit. Dit is volgens de spoorbeheerder nodig omdat in de toekomst meer, snellere en zwaardere treinen op het spoor gaan rijden. Onderzoek moet uitwijzen wat dat doet met de bodem. Ook klimaatverandering heeft invloed op de stevigheid van het spoornetwerk. "Het spoor is bij huidig gebruik bewezen veilig", zegt een woordvoerder van ProRail. "We zien wel dat er plekken zijn die we in de gaten moeten houden. Soms repareren we bijvoorbeeld ergens wat, of rijden we langzamer. Veiligheid gaat bij ons voorop."