Bij de grote treinstoring begin juni was spoorbeheerder ProRail te optimistisch over het oplossen van de problemen. Reizigers kregen verkeerde informatie en zijn mede daardoor gestrand. Dat zijn de conclusies van een onderzoek van ProRail en NS naar de storing.
De storing begon op zondag 4 juni iets na 17.00 uur. De computersystemen van de verkeersleiding in Amsterdam vielen uit en konden niet meer worden opgestart. Daardoor kon er in en rond de hoofdstad geen enkele trein meer rijden.
ProRail zei aanvankelijk dat de storing waarschijnlijk binnen twee uur verholpen was en herhaalde dat ook een paar keer. De spoorbeheerder "vertrouwde te lang" op die prognose, concludeerden de onderzoekers. "Dit leidde tot verkeerde verwachtingen bij reizigers. Hierdoor ontstond onduidelijkheid en begrijpelijke frustratie bij reizigers", stelt het rapport. Door het onterechte optimisme bij ProRail "liet het advies van NS om zelf alternatief vervoer te regelen op zich wachten en is laat gestart met het regelen van opvang/verzorging".
Onder de gestrande reizigers waren veel bezoekers van het optreden dat zanger Harry Styles die avond gaf in de Johan Cruijff ArenA. Zij besloten geen alternatief vervoer te zoeken en niet naar een opvang te gaan, omdat de NS-app ten onrechte meldde dat er nog treinen zouden rijden.
Omdat ProRail ervan overtuigd was dat de storing snel kon worden verholpen, werd ook geen crisisteam bij elkaar geroepen. Pas na middernacht gebeurde dat. Dat had veel eerder gemoeten, zeggen de onderzoekers.
In de nacht van zondag 4 op maandag 5 juni besloten ProRail en de NS dat de treindienstleiders alsnog moesten uitwijken naar een alternatieve locatie in Utrecht. Die verhuizing begon meer dan negen uur na het begin van de storing, en vervolgens duurde het nog ruim drie uur voor de tijdelijke verplaatsing klaar was. Tegen het einde van de ochtendspits op die maandag konden de eerste treinen weer rijden.
ProRail en de NS zeggen maatregelen te nemen om de kans op herhaling zo klein mogelijk te maken. Zo moeten de prognoses beter worden, zodat reizigers betere reisinformatie krijgen. Ook willen de organisaties betere software gebruiken om te waarschuwen voor naderende storingen. De NS laat uitzoeken of het mogelijk is om meer vervangend vervoer te regelen bij zo'n grote en langdurige verstoring.