Ongeveer 150 scholieren van het praktijkonderwijs hebben donderdagochtend actie gevoerd bij het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag. Ze zouden vanaf 1 januari een ov-kaart krijgen, maar dit is uitgesteld tot 2026. Ook is de groep die in aanmerking komt voor de kaart kleiner dan eerder gepland.
"Het is niet eerlijk dat andere scholen wel een ov-kaart mogen en het praktijkonderwijs niet. Wij hebben ov-kaarten nodig voor stage. Dat vinden we niet eerlijk, wij willen hetzelfde als andere scholen", zegt een van de demonstrerende scholieren, Alen Bourguignon uit Gouda. Het praktijkonderwijs valt onder het voortgezet onderwijs, maar de stages zijn daar een belangrijk onderdeel van, anders dan bij andere middelbare scholen. De leerlingen worden zo voorbereid op een baan.
Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks-PvdA) wil dat de ov-kaart voor de leerlingen wordt geregeld. "Leerlingen in het praktijkonderwijs volgens soms een soortgelijke opleiding als op het mbo. Op het mbo krijgen ze wel een ov-kaart, in het praktijkonderwijs niet. Een aantal van deze leerlingen valt uit op het mbo omdat het mbo veel grootschaliger is. Wij vragen nu al voor het vierde jaar op rij: zorg nou ook dat deze leerlingen een vorm van reiskostenvergoeding krijgen." Ze wil dat er tot die tijd een overbruggingsregeling komt voor de leerlingen van het praktijkonderwijs. Daarin moet de overheid geld vrijmaken voor het praktijkonderwijs, zodat die scholen de kaart kunnen regelen voor de leerlingen.