De provincie Groningen had naast het definitief stoppen met de gaswinning in Groningen ook graag gezien dat de gasputten die nog open kunnen in geval van nood, ook gesloten zouden worden. "De deur staat nog steeds op een kier. Stoppen met de gaswinning is prima, maar dat gebeurt nu onder voorwaarden. Wij willen die voorwaarden niet." Dat zegt Tjeerd van Dekken, gedeputeerde namens de Partij van de Arbeid in de provincie Groningen naar aanleiding van het kabinetsbesluit om per 1 oktober de gaswinning in Groningen te beëindigen.
"Alles overziend, is dit niet definitief stoppen met de gaswinning", zegt Van Dekken. "Ons uitgangspunt is de veiligheid van de inwoners. Daarom hebben we altijd gepleit voor de gaswinning naar nul. Het lijkt die kant op te gaan, maar er zijn nog gasputten die openblijven, voor het geval er een strenge winter is en die alsnog benut moeten worden. Maar wij willen definitief naar nul." In het bevingsgebied zijn elf gasputten. Daarvan zijn er zes dicht, maar de resterende vijf die gesloten worden kunnen wel weer open in geval van nood. "Wij zeggen: niks productie", reageert de gedeputeerde namens de regio.
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gaat onderzoek doen naar maatregelen om de langetermijneffecten van de bevingen zoveel mogelijk te beperken. "Ik mag hopen dat het aantal bevingen nu afneemt in kracht en hoeveelheid. Daarom is het ook verstandig dat het SodM dat doet", zegt Van Dekken.
Volgens Van Dekken had de gaswinning al veel eerder gestopt kunnen worden, maar heeft de vertraging van de bouw van de stikstoffabriek in het Groningse Zuidbroek daarbij niet geholpen.
De provincie gaat het besluit van staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) bestuderen. Zowel in de Provinciale Staten en de Tweede Kamer zijn moties aangenomen waarin staat dat de gaswinning omlaag moet, legt de gedeputeerde uit. "Dus er zijn wel twee stokken om mee te slaan. We zijn ook nog lang niet verschoond van de bevingenproblematiek. Die grond moet rustig worden, als je toch blijft produceren gaat dat niet lukken."
Johan Remkes, voorzitter van het Nationaal Programma Groningen (NPG), laat desgevraagd via een woordvoerder weten "zeer verheugd" te zijn met het besluit van het kabinet. Het NPG is een samenwerkingsverband van Rijk, provincie en gemeenten voor plannen en projecten die de provincie Groningen vooruit moeten helpen. Het programma heeft een looptijd van tien jaar en duurt tot 2030.