Na Noord-Holland heeft ook de provincie
Zuid-Holland excuses gemaakt voor haar rol in het slavernijverleden. Jaap Smit, commissaris van de Koning in Zuid-Holland, deed dat tijdens een bewonersbijeenkomst in het provinciehuis in Den Haag. Daar werden de resultaten gepresenteerd van het onderzoek dat de Universiteit Leiden heeft uitgevoerd naar het slavernijverleden in het gewest Holland en het latere Zuid-Holland.
"Als provinciebestuur van Zuid-Holland en haar rechtsvoorgangers bieden we excuses aan", zei Smit. "Dit had niet mogen gebeuren. We bieden postuum excuses aan aan de mensen die tot slaaf zijn gemaakt en al hun nazaten, tot in de huidige generatie. Het is heel makkelijk om te zeggen: sorry, dit had niet mogen gebeuren. Maar wat ik veel belangrijker vind om uit te spreken, is de pijn die tot op de dag van vandaag wordt gevoeld en schaamte voor wat er is gebeurd. We moeten hier met elkaar van leren."
Noord-Holland bood op 1 juli vorig jaar als eerste provincie officieel excuses aan voor de rol in het slavernijverleden. Dat deden ook onder meer Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag en De Nederlandsche Bank (DNB) en ABN AMRO. Premier Mark Rutte bood op 19 december excuses aan voor het Nederlandse slavernijverleden. Naar verwachting gaat koning Willem-Alexander dat ook doen als hij op 1 juli in Amsterdam een toespraak houdt bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij (Keti Koti). Dit jaar is het 150 jaar geleden dat er feitelijk een einde kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind.
De provincie Zuid-Holland besloot vorig jaar om onderzoek te laten doen. De onderzoekers hebben onder meer gekeken naar hoe er geld werd verdiend aan slavernij en welke rol bestuurders hierbij speelden. Donderdag werden de resultaten van het eerste onderzoek, genaamd 'Geketend voor Hollands Glorie', gepresenteerd aan zo'n tweehonderd inwoners van de provincie.
In zijn presentatie schetste historicus Karwan Fatah-Black hoe het gewest Holland - dat later werd opgedeeld in de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland - een centrale rol speelde in een "door slavernij gedreven economie". Er volgen nog twee onderzoeken, onder meer naar de doorwerking van de slavernij in de huidige samenleving.
"Ik voel dat alles in mezelf zich verzet tegen wat toen gebeurde", zei Smit. "We zien een afschuwelijk en verwerpelijk systeem van wat ik noem 'dehumaniseren'. Een systeem waarin de ene mens het in zijn hoofd haalde om een ander mens in eigendom te nemen en zelfs aan de ketting te leggen. Ik schaam me daar kapot voor."