De tarieven voor reizigers in het openbaar vervoer blijven volgend jaar ongewijzigd. Dat verwacht gedeputeerde Frederik Zevenbergen van de provincie Zuid-Holland nu een dreigende kostenstijging voorlopig is afgewend. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil de bijdrage voor het vervoer van studenten met een kwart verlagen, wat neerkomt op een bedrag tussen de 200 en 260 miljoen euro. De Tweede Kamer nam donderdag echter een motie aan waarin wordt opgeroepen een besluit hierover uit te stellen.
"Dit geeft rust voor 2024", zei Zevenbergen, die voorafgaand aan de stemming in de Kamer samen met de andere ov-gedeputeerden in de provincies een brandbrief stuurde aan de fractievoorzitters. Ze lieten daarin weten te vrezen voor verschraling van het openbaar vervoer als de bijdrage van het ministerie van OCW aan het studentenreisproduct (ruim 1 miljard euro) flink wordt verlaagd.
"We gaan ervan uit dat de mening van de Kamer heel helder is. We kunnen nu weer aan de slag", aldus Zevenbergen, die eerder deze week sprak van "een emotionele achtbaan". Twee weken geleden besloot het demissionaire kabinet 300 miljoen euro uit te trekken voor steun aan het regionale vervoer, onder meer om prijsstijgingen te voorkomen. Dat bedrag dreigde echter vrijwel volledig weer te verdwijnen omdat onderwijsminister Robbert Dijkgraaf zijn bijdrage voor de ov-studentenkaart, die is gebaseerd op het gemiddelde aantal gereisde kilometers, flink wil verlagen. Volgens de provincies en de vervoersbedrijven komt het lagere aantal reiskilometers door studenten onder meer door de naweeën van de coronacrisis.
"Het openbaar vervoer heeft veel last gehad van de coronacrisis", aldus Zevenbergen. "We zijn aan het einde van ons Latijn. We willen niet verder schrappen en verschralen, maar het ov er weer bovenop helpen. We verwachten nu dat we de tarieven van 2023 kunnen behouden in 2024. En het overige geld investeren we in het ov." Hoe de eerder vrijgemaakte 300 miljoen euro wordt verdeeld, is nog niet bekend.
Het ministerie van OCW laat in een korte reactie weten de aangenomen motie en de consequenties daarvan "zorgvuldig te bestuderen". De begroting voor 2024, met daarin ook de vergoeding voor het studentenreisproduct, wordt begin volgend jaar besproken door de nieuwe Kamer.