De Eerste Kamer stemt dit jaar niet meer over aanpassing van de grondwet om expliciet vast te leggen dat mensen niet gediscrimineerd mogen worden vanwege een handicap of hun seksuele gerichtheid. De PVV vroeg na een lange debatdag een hoofdelijke stemming aan en dat bleek bij afwezigheid van veel senatoren zo snel niet meer haalbaar. Andere fracties reageerden verbolgen.
Er wordt al ruim twaalf jaar gewerkt aan een uitbreiding van artikel 1 van de grondwet. De stemming in de Eerste Kamer is de laatste belangrijke horde die daarvoor genomen moet worden. Daarom hebben belangstellenden de hele dag het debat gevolgd, in de hoop bij een positieve uitkomst aanwezig te zijn. Afgaande op het debat, lijkt de grondwetsuitbreiding het te gaan halen.
Met zo'n aanpassing moet in meerderheid door de Tweede en Eerste Kamer ingestemd worden. Vervolgens moeten de beide Kamers zich hier nog eens over buigen nadat er verkiezingen zijn geweest. Dan moet bovendien een twee derde meerderheid instemmen. In de Tweede Kamer is die zogenoemde tweede lezing al geweest, in de senaat volgt die "zo vroeg mogelijk in januari, bij voorkeur bij de eerste vergadering", zei voorzitter Jan Anthonie Bruijn.
Vrijwel alle fracties uitten hun ongenoegen over de strategie van de PVV. Ruard Ganzevoort van GroenLinks sprak van een "politiek spelletje", Niko Koffeman van de Partij voor de Dieren vond het een "beschamende vertoning". Annabel Nanninga (Fractie-Nanninga) noemde het een "heel lelijke gang van zaken" en zelfs "onbeschoft". D66, PvdA, SP, VVD en FVD zeiden het jammer te vinden voor de mensen op de tribune.
Henk Otten vestigde de aandacht op de lege zetels en noemde de afwezigheid van een deel van de senatoren juist "heel erg treurig". PVV'er Alexander van Hattem, die zijn plan om de hoofdelijke stemming aan te vragen niet vooraf had aangekondigd, zei te menen dat het debat niet in een "halflege zaal" kon eindigen. "Als er een grondwetswijziging is, dan is dat iets heel fundamenteels."