De grote verkiezingsoverwinning van de PVV zorgt voor een ingewikkelde formatiepuzzel. Geert Wilders krijgt normaal gesproken het voortouw, maar de partijen waarmee hij op basis van de exitpoll van Ipsos eventueel een meerderheidskabinet zou kunnen vormen, hebben tijdens de campagne stuk voor stuk gezegd daar weinig tot niets voor te voelen.
De VVD flirtte tijdens de campagne met de PVV, maar partijleider Dilan Yeşilgöz maakte deze week duidelijk dat zij niet van plan is in een kabinet te stappen waarvan Wilders de premier is. Zij zei hem ongeschikt te vinden om het land te leiden, omdat hij "geen premier voor alle Nederlanders" zou zijn. Na de exitpoll hield zij wat meer de kaarten tegen de borst. De VVD-fractie gaat de uiteindelijke verkiezingsuitslag "wegen", zei ze.
NSC-leider Pieter Omtzigt sloot de afgelopen weken consequent samenwerking met de PVV uit. De partij wil maatregelen die niet stroken met de grondwet, was daarvoor steevast zijn argument. Na de exitpoll leek hij iets minder stellig. Hij verklaarde zich bereid te praten over een coalitie, overigens zonder de naam van Wilders te noemen. Hij zei er meteen bij dat dit "niet eenvoudig" zal worden.
GroenLinks-PvdA en D66, naar het zich laat aanzien de enige andere partijen met een dubbelcijferig zetelaantal, blijven erbij dat zij niet met de PVV in zee willen. Alleen BBB-leider Caroline van der Plas zegt nu al openlijk dat zij wel openstaat voor samenwerking met de partij van Wilders. Haar partij, bij de provinciale verkiezingen in maart nog de grootste, heeft volgens de exitpoll evenwel maar 7 zetels in te brengen.