De PVV zet door met een wet om bepaalde islamitische uitingen te verbieden, ondanks felle kritiek van de Raad van State. Deze instantie geeft advies over wetsvoorstellen en heeft ernstige bezwaren tegen het initiatief van de grootste oppositiepartij in de Tweede Kamer.
Volgens de raad is het plan in strijd met wezenlijke kenmerken van een democratische rechtsstaat. De islam zou immers niet meer als religie tellen, maar als gewelddadige ideologie. Onder meer de vrijheid van godsdienst zou worden aangetast.
De PVV zal het advies om het plan in te trekken ,,met overtuiging negeren.'' De initiatiefnemers, onder wie PVV-leider Geert Wilders, zien in de islam juist een bedreiging voor de democratie. Zij vinden dat de Raad hier een blinde vlek heeft. Volgens hen helpen ,,politiek correcte reflexen van bange mensen zoals helaas bij de Raad van State in overvloede aanwezig'' de rechtsstaat juist om zeep.