De Raad van State behandelt donderdag het hoger beroep over nareizigers. Een definitieve uitspraak wordt enkele weken later verwacht, beroep is daarna niet meer mogelijk.
Meerdere rechtbanken hebben eind vorig jaar een streep door de nareisbeperking van het kabinet gehaald, onder meer omdat die indruist tegen veel nationale en internationale verdragen. Zij stelden stuk voor stuk dat de nareisbeperking van het kabinet onwettig is en dat de familieleden van de statushouders die daarvoor naar de rechter waren gestapt naar Nederland mogen komen.
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) ging in hoger beroep. Ook vroeg hij bij de Raad van State voor twee uitspraken - van de rechtbank Amsterdam en Middelburg - een voorlopige voorziening aan. Dat wil zeggen dat de uitspraken van de rechter tot aan de uitspraak in hoger beroep worden opgeschort. Dat werd eind december afgewezen. "De voorzieningenrechter vindt in beide gevallen het belang van de gezinsleden die nareizen zwaarder wegen dan het belang van de staatssecretaris om geen uitvoering te geven aan de rechtbankuitspraken", staat in de uitspraak.
Het kabinet heeft eind augustus besloten tot het instellen van een nareisbeperking. Die geldt voor gezinsleden van erkende vluchtelingen (statushouders). Maximaal vijftien maanden nadat de nareisaanvraag is ingediend, wordt na goedkeuring een visum verstrekt. Als de statushouder eerder een woning heeft voor zijn of haar nareizende familieleden, wordt het visum eerder verstrekt.
Woensdag liet Van der Burg weten dat de beperking voor de gezinsleden van erkende vluchtelingen voor nieuwe besluiten tijdelijk wordt opgeschort om "nodeloze procedures te voorkomen".
De zitting donderdag wordt rechtstreeks uitgezonden via het YouTubekanaal van de Raad van State.