Raad van State: dwangsom voor VWS als Wob-besluit uitblijft

20 okt 2021, 11:33 Landelijk
raad van state dwangsom voor vws als wob besluit uitblijft
ANP
Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) moet uiterlijk 30 november een besluit nemen over drie informatieverzoeken van het televisieprogramma Nieuwsuur. Doet hij dat niet, dan moet het departement een dwangsom betalen. Dat heeft de Raad van State (RvS) woensdag bepaald.
Nieuwsuur deed in mei vorig jaar een aantal verzoeken om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Omdat over die verzoeken tot dusver niet binnen de wettelijke termijn volledig is besloten, spande het programma een zaak aan. Vanwege de coronacrisis gaat VWS al langer anders om met Wob-verzoeken. In plaats van alle verzoeken individueel te behandelen, worden documenten om de zoveel tijd per rubriek openbaar gemaakt. Alle verzoeken los behandelen is vanwege de crisis niet haalbaar, luidt de redenering van het ministerie.
Deze werkwijze is "niet in strijd met de wet", oordeelt de Raad van State. Maar dan moet er wel bij elk zogenoemd deelbesluit duidelijk worden gemaakt aan welk deel van het verzoek tegemoet is gekomen. Dat was eerder niet het geval, maar het ministerie paste vorige maand de werkwijze aan om deze duidelijkheid wel te bieden.
De RvS heeft "begrip" voor het feit dat er door de coronacrisis minder of geen tijd was voor de behandeling van Wob-verzoeken. Tegelijkertijd vindt de RvS dat de minister pas ná een uitspraak van een rechter deze zomer "voldoende de ernst van het gebrek aan voortgang" met betrekking tot de Wob-verzoeken heeft ingezien. Daarmee heeft hij "onvoldoende rekening gehouden met het feit dat de coronapandemie tot voor burgers en ondernemingen ingrijpende maatregelen en hevige maatschappelijke discussies heeft geleid".
Over de drie verzoeken van Nieuwsuur is nog geen volledig besluit geveld. De Raad van State geeft VWS tot eind november de tijd om te beslissen. Gebeurt dat niet, dan moet het ministerie een dwangsom van 100 euro per dag per Wob-verzoek betalen, met een maximum van 15.000 euro.