De Raad van State, de hoogste bestuursrechter in het land, komt dinsdagavond met een voorlopige voorziening over de gevluchte derdelanders uit Oekraïne. Het tijdstip en de inhoud zijn nog niet bekend.
Volgens een woordvoerder is de voorlopige voorziening een vervolg op een zogeheten ordemaatregel van afgelopen vrijdag. Toen bepaalde de Raad van State dat één derdelander die zijn uitzetting aanvocht, voorlopig niet mocht worden uitgezet, omdat er meer onderzoek nodig is naar de rechten van derdelanders. Lagere rechters spraken elkaar namelijk tegen over hun positie. Sommige rechtbanken bepaalden dat ze toch mogen blijven, andere rechtbanken oordeelden juist dat ze moeten vertrekken. Ook zijn er vragen gesteld aan de hoogste Europese rechter. Die ordemaatregel gold alleen voor die ene derdelander, niet voor de hele groep.
Derdelanders woonden met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne toen Rusland dat land binnenviel. Ze vluchtten naar Nederland en kregen dezelfde bescherming als Oekraïners. Ze mochten hier wonen, werken en studeren, en kregen leefgeld. Voor derdelanders verliep dat vorige maand. Ze kregen vier weken de tijd om asiel aan te vragen of het land te verlaten. Dat verliep dinsdag. De eerste gemeenten zijn begonnen met het uitzetten van de derdelanders uit de gemeentelijke opvanglocaties.