De situatie met asielzoekers die in Griekenland een verblijfsvergunning hebben gekregen en daarna in Nederland opnieuw een asielverzoek indienen, is zo complex dat de Raad van State zich wendt tot het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg met een aantal zogeheten prejudiciële vragen. De hoogste bestuursrechter wil weten hoe moet worden omgegaan met deze groep asielzoekers. De zaken die drie personen uit Libanon, Syrië en Somalië hebben aangespannen bij de Raad, worden geschorst.
Nederland wilde deze statushouders aanvankelijk meteen terugsturen naar Griekenland maar dat mag niet zomaar, omdat de situatie voor erkende vluchtelingen in dat land mensonwaardig kan zijn. De Raad van State stak daar al twee jaar geleden een stokje voor. Het kabinet moest rekening houden met hun omstandigheden in Griekenland.
Zo moeten asielzoekers zodra ze een Griekse verblijfsstatus hebben vaak al snel de asielopvang uit, maar kunnen ze daarna geen werk en een huis vinden. Sommigen leven in erbarmelijke omstandigheden en hebben niet de beschikking over basisbehoeften zoals eten, onderdak of stromend water.
Het is niet duidelijk hoeveel statushouders in totaal uit Griekenland in Nederland opnieuw een asielverzoek hebben ingediend. Vorig jaar november ging het om zeker duizend mensen, schreef staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) toen in een brief aan de Tweede Kamer.
Duitsland heeft al eerder vragen gesteld over de positie van Griekse statushouders. De Raad van State sluit zich daar bij aan.